Nederlandse schademarkt is volop in beweging

20 juni 2017

Directeur Ralph Groenendaal over 5 ontwikkelingen in de schademarkt.

Innovaties, technologische ontwikkelingen, de veranderende rol van gemeenten en wijzigingen in regelgeving. Dit zijn enkele aspecten waaruit blijkt dat de schademarkt continu aan verandering onderhevig is. Wil je succesvol schade verhalen, dan moet je het vermogen hebben voortdurend te kunnen anticiperen op veranderingen in deze dynamische markt.

Directeur Ralph Groenendaal licht 5 opvallende ontwikkelingen in de schademarkt toe.

1.     Verzekeraars werpen barrières op 

“Wij merken in de dagelijkse praktijk dat verzekeraars daar waar mogelijk kosten proberen te verlagen. Ook zijn ze nog alerter geworden op het uitkeren van schadeclaims. Ze beoordelen ontvangen claims steeds kritischer om minder te hoeven uitkeren. Vooral in de automarkt is dit duidelijk merkbaar. De schaderatio’s in deze markt staan enorm onder druk. Het gevolg is dat verzekeraars barrières opwerpen bij de toewijzing van schadeclaims.”

“Opvallend is ook dat verzekeraars vaker zelf extra controles uitvoeren op basis van algemene regels en minder op inhoudelijke beoordeling. Bijvoorbeeld omtrent de hoogte van een schadebedrag. Ze stellen veel vragen, schakelen experts in en vragen zelfs inkoopfacturen op. Dit laatste is hoogst ongebruikelijk en oneigenlijk. Het proces van schade claimen is tegenwoordig een minder snel en eenvoudig proces dan voorheen”, concludeert Ralph.

2.     Exacte kostenopgave is een vereiste

Big data spelen een zeer grote rol in onze huidige samenleving. Met de komst van big data is er een enorme hoeveelheid informatie beschikbaar. Verzekeraars hebben hierdoor meer inzicht gekregen in werkelijke kosten van schades. Ze eisen tegenwoordig dat gemaakte kosten zo nauwkeurig mogelijk worden vastgesteld.

“Voor concrete, direct aantoonbaar gemaakte kosten is dit geen enkel probleem. Voor abstracte kosten, bijvoorbeeld de hoeveelheid tijd die een ambtenaar heeft besteed aan de behandeling van een schadeclaim, is dit echter wel lastig. Verzekeraars vinden soms dat dergelijke gemeentelijke kosten niet hoeven te worden uitgekeerd. Deze kosten moeten echter wel degelijk gecompenseerd worden. Gemeenten hebben er namelijk recht op”, vertelt Ralph.

NODR verdedigt de belangen van gemeenten en zijn hierdoor steeds meer in onderhandelingsproces met verzekeraars. Zeker in geval van grotere schadebedragen die boven een door verzekeraars vastgestelde schadenorm uitstijgen.

Over het algemeen hebben gemeenten niet de specifieke expertise in huis om een kwalitatief goede schadeclaim te realiseren. Hierdoor blijft geld dat hen toekomt helaas liggen. “Wij adviseren gemeenten om in dergelijke situaties een betrouwbare, onafhankelijke schade-expert met de juiste vakkennis en ervaring te raadplegen. Zo worden misverstanden en onjuistheden voorkomen en gemeenten eerlijk gecompenseerd”, benadrukt Ralph.

3.     Op lange termijn minder schades  

Nu de economie in Nederland sterk aantrekt, stijgt hiermee het aantal deelnemers in het verkeer. Door deze toename zou je verwachten dat het aantal schades aan voertuigen ook toeneemt. Immers, met meer auto- en motorvoertuigen op de Nederlandse wegen, is de kans op een ongeluk aanzienlijker.

“Wij verwachten dat op korte termijn het aantal schades in het verkeer toeneemt door de enorme groei van het aantal verkeersdeelnemers. Gelukkig zien wij daarentegen dat er innovaties worden ontwikkeld en gerealiseerd op het gebied van infrastructuur en autotechniek. Hierdoor blijft de verkeersveiligheid in de toekomst gewaarborgd. Wij voorzien dan ook dat op lange termijn het aantal verkeersschades weer zal afnemen”, vertelt Ralph.

 4.     Gemeenten besteden diensten vaker uit aan derden 

Regiegemeenten bepalen zelf hun beleid en beslissen welke kernactiviteiten zijzelf uitvoeren en welke werkzaamheden zij uitbesteden aan externe marktpartijen. Vaak loont het niet om binnen de gemeente een persoon vrij te maken voor schadebehandeling. Het is veelal effectiever en kostentechnisch interessanter om op dit vlak de hulp van een onafhankelijk schade-expert, zoals NODR, in te schakelen. Een dergelijke expert beschikt over de juiste knowhow en ontlast daarmee gemeenten.

“Wat ons opvalt, is dat gemeenten steeds bewuster worden van het feit dat hun schades heel vaak verhaalbaar zijn. Anderszins concluderen wij ook dat er nog veel gemeenten zijn die hier kansen laten liggen. Ze verhalen nog niet standaard alle schades in de buitenruimte. In onze ogen een onnodige kostenpost voor gemeenten. Ons streven is om het bewustzijn van gemeenten te vergroten. Zo wordt en blijft het verhalen van schade in de buitenruimte een prominent aandachtspunt”, aldus Ralph. 

5.     De verantwoordelijkheid van gemeenten voor inwoners wordt groter

Voorbeeld: WMO regres illustratief voor de verstandhouding tussen gemeenten en verzekeraars.

Gemeenten hebben een morele plicht richting hun inwoners. Door de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) hebben zij extra taken gekregen. Ze dragen de verantwoording dat mensen die extra ondersteuning nodig hebben, zoals ouderen en mensen met een beperking, goed kunnen blijven participeren in de samenleving. “Op zich een goede ontwikkeling vinden wij. Gemeenten weten beter wat er lokaal speelt bij hun inwoners en wat zij nodig hebben”, vertelt Ralph.

Gemeenten worden geacht eerlijk en transparant te handelen richting burgers. Dit geldt ook voor het verhalen van schades. Ze moeten zich naar de schadeveroorzaker correct opstellen. Hierbij is van belang dat ze een goede onderbouwing kunnen geven van de hoogte van de schade. “Wij merken dat de bewustwording bij gemeenten groeit. Ze beschermen de belangen van burgers. Het is daarom des te belangrijker dat schade eerlijk verhaald wordt. Gemeenten zien er steeds vaker kritisch op toe dat de schade reëel is en dat de schadeomvang opgesteld wordt op basis van daadwerkelijke kosten. Dit vinden wij een zeer positieve ontwikkeling”, aldus Ralph.

Sociale uitkeringen die gemeenten verstrekken aan burgers zijn in specifieke gevallen verhaalbaar. Helaas is dit nog te weinig bekend bij veel gemeenten. Of ze ondernemen hier tot nu toe nog geen actie op. Het regresrecht stelt gemeenten in staat om WMO-kosten als gevolg van een ongeluk te verhalen op een wettelijk aansprakelijk derde partij. De verzekeraars hebben een convenant gesloten met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Hierin wordt er een lump sum uitkering gedaan aan het VNG. “In mijn ogen is deze uitkering veel te laag. Gemeenten laten hier geld liggen. Zonde! Dit geld kunnen ze prima gebruiken om hun WMO-budget aan te vullen. Ons streven is om gemeenten te helpen bij het verhalen van schade gerelateerd aan de extra verantwoordelijkheden die zij gekregen hebben richting hun inwoners. Ik ben van mening dat wij hier als onafhankelijk schade-expert een waardevolle bijdrage kunnen leveren”, besluit Ralph.

Wilt u in gesprek met Ralph Groenendaal? U kunt hem bereiken via mobiele telefoon 06-43000021 of stuur een e-mail naar rgroenendaal@nodr.nl .